VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VLISSINGEN 2023
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VLISSINGEN 2023
De raad van de gemeente Vlissingen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet;
alsmede op het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen en de Parkeerverordening van de gemeente Vlissingen, inclusief het geldingsgebied parkeerverordening 2020;
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
PARKEERBELASTINGEN VLISSINGEN 2023
____________________________________________________________________
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;
- houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;
- motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
- parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centraal register en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- centraal register: het register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten bestemd voor de registratie van parkeerrechten.
- college: burgemeester en wethouders van Vlissingen.
- houder gehandicaptenparkeerkaart: de natuurlijke persoon aan wie een Europese gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt.
- kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- seizoen: de periode van 1 april tot en met 31 oktober;
- dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van de dag als een hele dag wordt aangemerkt.
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.
2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat
1e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor het parkeren op parkeer-apparatuurplaatsen wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij aanvang van het parkeren.
In afwijking van het hierboven bepaalde moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het inloggen op het centrale register via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel.
2. Voor de voldoening op aangifte van de belasting geldt dat:
a. de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder ook wordt begrepen een nota;
b. in geval de kennisgeving mondeling wordt gedaan de belasting moet worden voldaan op het moment van uitgifte van de vergunning;
c. in geval van een schriftelijke kennisgeving dient de belasting meteen te worden voldaan, voordat de vergunning wordt verleend.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 8 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.
2. Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
3. Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90.
2. De kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem bedragen € 100,50.
3. De kosten voor de overbrenging van het voertuig bedragen € 265,- terwijl die voor het bewaren ervan € 18,50 per etmaal bedragen.
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerapparatuurplaats op het maaiveld, wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart.
2. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het eerste lid met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening Parkeerbelastingen 2022" vastgesteld bij besluit van 11 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening parkeerbelastingen Vlissingen 2023’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlissingen d.d. 15 december 2022.
De griffier, De voorzitter
Mr. F. Vermeulen drs. A.R.B. van den Tillaar
Parkeren bij parkeerapparatuur
Behorend bij de Verordening parkeerbelasting 2023
Vlissingen d.d. 15 december 2022.
Besluit tot aanwijzing plaatsen betaald parkeren
Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de artikelen 2, 7 en 8 van de Verordening parkeerbelastingen 2023;
aan te wijzen als plaatsen waarop voor het parkeren een belasting is verschuldigd volgens artikel 7 van de Verordening parkeerbelastingen 2023, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende tabel;
aan te wijzen als plaatsen waarop voor het toepassen van de wielklem en het wegslepen van voertuigen volgens artikel 8 van de Verordening parkeerbelastingen 2023, zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende tabel;
aan te wijzen als plaatsen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2023 de wegen en de terreinen behorende tot het exploitatiegebied van de Parkeerverordening 1992 van de gemeente Vlissingen, zoals aangegeven op de bij die verordening behorende en daarvan deel uitmakende tekening;
dat dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen in artikel 139 van de Gemeentewet;
dat dit besluit in werking treedt op de derde dag na die van bekendmaking.
burgemeester en wethouders van Vlissingen,
de secretaris, de burgemeester,
drs. R.D.A. Wiskerke drs. A.R.B. van den Tillaar
Kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelasting Vlissingen 2023
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van;
gelet op artikel 225 en 234 van de Gemeentewet, alsmede op het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen en de Verordening parkeerbelastingen 2023.
Kostenbesluit aanslag naheffing parkeerbelasting.
- 1.
- a.
( kosten voor software apparatuur) € 40.000
- b.
(kosten afschrijving parkeerautomaat) € 40.000
- c.
- d.
Fiscaal: 4.000 naheffingsaanslagen 100 %
Berekening kosten per naheffingsaanslag:
Per naheffingsaanslag € 449.000: 4.000 = € 112,25
2. dat op grond artikel 3 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen het maximale tarief van de naheffingsaanslag voor 2023 bij ministeriële regeling is vastgesteld op een bedrag € 72,90;
3. dat de geraamde kosten per naheffingsaanslag hoger zijn dan het bij ministeriele regeling vastgestelde maximale tarief en dat de gemeenteraad daarom in artikel 9 van de Verordening parkeerbelastingen Vlissingen 2023 het bedrag dat per nageheven aaneengesloten parkeerperiode binnen een kalenderdag aan de belastingschuldige in rekening wordt gebracht heeft vastgesteld op een bedrag van € 72,90;
4. dat dit besluit kan worden aangehaald als ‘Kostenbesluit aanslag naheffing parkeerbelasting’
Aldus besloten in de openbare vergadering van 15 december 2022.