Gemeentearchivaris A. Tramper: "Over de naamgeving van Vlissingen bestaan verschillende theorieën. Sommigen snijden hout, anderen horen thuis in het land der fabelen. Een aantal voorbeelden ..."

Theorieën die aannemelijk klinken

Nomaden

De heer J.J. Kamermans uit Herwen kwam met een aannemelijke theorie. Er is een verband tussen de naam Vlissingen en een groep nomaden die in deze streek schapen hield.
Het 1e deel van de naam Vlissingen verwijst naar het begrip ‘vlies’ in de betekenis van: vacht, een bedekking, bijvoorbeeld een schapenvacht. Hieruit kan door verbastering eenvoudig het woorddeel ‘vlis’ of ‘flis’ zijn ontstaan.
Het woorddeel ‘ingen’ komt onder andere voor als achtervoegsel van een naam, zoals bijvoorbeeld Karolingen. Een groep mensen die genoemd zijn naar de ‘volgelingen’ van Karel (de Grote). In het Vlissingse geval: een groep nomaden die hier tijdens de volksverhuizingen neerstreek en zich bezighield met het houden van schapen. Deze nomaden vestigden zich hier definitief en stichtten de plaats Vlissingen.

'Flessche'

Een andere eveneens acceptabele theorie is afkomstig van F. Puylaert uit Gent. Hij gaat uit van het oude Germaanse woord 'Flessche' in de betekenis van een stilstaand water. Oud-Vlissingen lag ook aan een van zee afgesloten kreekrest. De uitgang ‘inge’ is hierbij een oud hydroniem (heeft betrekking op waterlopen als bijvoorbeeld rivieren, meren en zeeën). Plaatsen die gelegen waren een stilstaand water of kreekrest.

Enkele aardige verhalen

De volgende theorieën zijn meer bedoeld als aardig verhaal, dan dat ze berusten op feiten.

Bisschop Willibrord

Volgens de legende zou Willibrord in de 7e eeuw hier aan land gekomen zijn om het evangelie te verkondigen. Hij trof er een aantal bedelaars aan met wie hij de inhoud van de fles deelde die hij bij zich droeg. Een wonder geschiedde, want de inhoud van de fles bleek niet te zijn afgenomen. Willibrord vertrok 'met achterlating van zijn fles' toen hij constateerde dat de bewoners niet naar zijn woorden wilden luisteren. Daarna zou hij de plaats ‘Flessinghe’ hebben genoemd.

Veerhuis met fles

Kroniekschrijvers maakten regelmatig melding van het bestaan van een veer op Vlaanderen. Bij Oud-Vlissingen zou een veerhuis hebben gestaan, waaraan een fles hing. Volgens Randijn de Hooge zou de monnik Jacob van Dreischor die plaats in 967 ‘het veer aan de Vlesse’ hebben genoemd. Aangezien veel plaatsen die aan voormalige stromen waren gelegen de uitgang 'ingen' kregen, zou langzamerhand de naam ‘Vles-inge’ ontstaan kunnen zijn.

'Vles'

De kroniekschrijver Van Boxhorn achtte het waarschijnlijk dat ‘vles’, dat bij de oude Denen de getijdenbeweging van de zee aangaf, tot de naam ' Vlissingen' heeft geleid.