Aanwijzingsbesluit Huisvestingsverordening Vlissingen 2018
Aanwijzingsbesluit Huisvestingsverordening Vlissingen 2018
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen
dat het college op grond van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2017 (hierna: de verordening) gebieden kan aanwijzen waar aanvragen voor splitsingsvergunningen en omzettingsvergunningen worden geweigerd met het oog op een geordend woon- en leefmilieu;
dat vanuit de diverse bewonersbijeenkomsten met de bewoners uit het gebied, zoals aangegeven in bijlage 1 (hierna: het gebied), signalen en concrete meldingen komen dat er sprake is van een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu en dat dit mede wordt veroorzaakt door de concentratie en vermenging van kamerbewoning en de bewoning van gesplitste woonruimten in het gebied;
dat het quotum genoemd in artikel 6, tweede lid, sub c, van de verordening wat betreft het aantal kamerverhuurpanden vrijwel is bereikt en dat blijkens de signalen van de bewoners de toename van gesplitste woningen de verstoring van een geordend woon- en leefmilieu doet toenemen;
dat uit binnengekomen meldingen en klachten bij de gemeente en de politie vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat vergunningverlening in het gebied, naast andere problemen in het gebied, mede zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in het gebied;
dat het uitoefenen van voornoemde bevoegdheid in het gebied een onderdeel is van een breder handhavingsbeleid ter vergroting van leefbaarheid en veiligheid in het aangewezen gebied.
gelet op het bepaalde in artikel 6, tweede lid sub b, van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2017;
Voor het op de bijgevoegde kaart aangewezen gebied vast te stellen dat iedere aanvraag om een splitsings- en/of omzettingsvergunning wordt geweigerd, omdat vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat vergunningverlening zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in het aangewezen gebied waarop de aanvraag betrekking heeft
Voor panden waarvan ondubbelzinnig vaststaat dat zij na de inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2013 zijn gesplitst, maar nog niet in het bezit zijn van een splitsingsvergunning, gelden de criteria van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2017.
Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in dit besluit afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat dit besluit beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Lopende procedures, waarop ten tijde van de inwerkingtreding van deze nadere regels nog niet is beslist, worden afgehandeld conform het voordien geldende recht.