Aanwijzingsbesluit Huisvestingsverordening Vlissingen 2016
Aanwijzingsbesluit Huisvestingsverordening Vlissingen 2016
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen
- -
-
-
dat vanuit de diverse bewonersbijeenkomsten met de bewoners uit het gebied, zoals aangegeven in bijlage 1 (hierna: het gebied), signalen en concrete meldingen komen dat er sprake is van een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu en dat dit mede wordt veroorzaakt door de concentratie en vermenging van kamerbewoning en de bewoning van gesplitste woonruimten in het gebied;
- -
- -
- -
- -
gelet op het bepaalde in artikel 5, eerste lid, sub b en artikel 6, eerste lid sub e van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2015;
Voor het op de bijgevoegde kaart aangewezen gebied vast te stellen dat iedere aanvraag om een splitsings- en/of omzettingsvergunning wordt geweigerd, omdat vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat vergunningverlening zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in het aangewezen gebied waarop de aanvraag betrekking heeft.
Voor panden waarvan ondubbelzinnig vaststaat dat zij na de inwerkingtreding van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2013 zijn gesplitst, maar nog niet in het bezit zijn van een splitsingsvergunning, gelden de criteria van de Huisvestingsverordening Vlissingen 2015.
Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in dit besluit afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat dit besluit beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Lopende procedures, waarop ten tijde van het inwerkingtreding van deze nadere regels nog niet is beslist, worden afgehandeld conform het voordien geldende recht.
Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Aanwijzingsbesluit Huisvestingsverordening Vlissingen 2016’ en treedt in werking op de dag na bekendmaking van dit besluit in het elektronische gemeenteblad van de gemeente Vlissingen
Aldus vastgesteld op 13 maart 2017
burgemeester en wethouders van Vlissingen,
Tegen dit besluit kan iedere belanghebbende op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de verzending daarvan bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift bij de burgemeester van Vlissingen. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van bezwaar.
Voorts kan de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank Zeeland – West Brabant, locatie Breda, sector Bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda, indien u bezwaar hebt gemaakt, op uw verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. U moet dan een afschrift van uw bezwaarschrift bij het verzoekschrift om een voorlopige voorziening overleggen. Voor het in behandeling nemen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.